Slaap.
We weten allemaal dat een goede nachtrust van cruciaal belang is voor een gezonde geest in een gezond lichaam. Dat weten we omdat we allemaal kunnen voelen wat een slechte nachtrust met ons doet. Één nachtje slecht slapen- en gapend de dag door- lukt nog wel, maar als het slaaptekort chronische vormen aanneemt… Nou, dan ga je het al snel merken…
Voor jonge kinderen is goed slapen -s’nachts én overdag- heel belangrijk voor de ontwikkeling. Jonge kinderen hebben hun slaap hard nodig om de indrukken gedurende de dag te verwerken, op te laden, uit te rusten en om te groeien. Het is bijvoorbeeld geen fabeltje dat kinderen groeien tijdens het slapen. Tijdens de slaap maken ze namelijk groeihormoon aan.
Slaap is dus essentieel voor de fysieke gezondheid en speelt ook een cruciale rol bij mentale functies als geheugen en emotieregulatie. Tijdens de slaap worden namelijk alle omgevingsprikkels uitgeschakeld zodat het centrale zenuwstelsel rust krijgt. Dit heeft een positieve invloed op het geheugen, het afweersysteem en de emotionele huishouding. Kinderen die slecht of te weinig slapen, eten minder goed, zijn sneller boos, verdrietig, onrustig en prikkelbaar. Herkenbaar? Overprikkeling noem je dat. Het centrale zenuwstelsel krijgt niet genoeg rust om alle prikkels te verwerken. Overprikkeling leidt weer tot slecht slapen en zo kom je in een negatieve vicieuze cirkel terecht. Met andere woorden, slecht slapen leidt tot nog slechter slapen; één nachtje slecht slapen zorgt er misschien voor dat je de volgende dag makkelijker in slaap valt, maar chronisch slecht slapen maakt dat het lastiger wordt om in slaap te vallen en de kwaliteit en/of duur van je slaap achteruit gaat.
Als ouders weten we allemaal wel wat er gebeurt wanneer een kind “over haar slaap heen is”. Op en top drama. Toch is het niet altijd makkelijk om te weten of je kind genoeg slaapt. Met name tijdens de peuterleeftijd- de leeftijd waarop het middagslaapje steeds korter wordt- is het soms moeilijk om die inschatting te maken. Helemaal omdat peuters (lees: mini pubers) zelf ook een mening hebben over het wel of niet slapen. Dit is een manier om hun invloed uit te oefenen. Ze worden zich bewust van het feit dat ze een keuze hebben. Die keuze willen ze dan ook graag zelf maken. Vooral tussen de middag…
Regelmatig hoor ik van ouders dat hun peuterpuber niet meer wil slapen tussen de middag, maar … dat hun kind aan het eind van de middag hoog in de emotie zit, hyperactief wordt of simpelweg in slaap valt tijdens de avondmaaltijd. Al deze scenario’s hebben ongewenste gevolgen voor de nachtslaap. Of een kind is overprikkeld en moet aan het einde van de dag alle prikkels verwerken voor het slapen gaan, óf een kind is te laat op de middag in slaap gevallen en wil daardoor pas later naar bed. In beide gevallen blijft het kind langer op, wat kan leiden tot chronisch slaaptekort.
Maar… hoeveel slaap heeft een jong kind dan precies nodig? Wanneer stoppen kinderen met het doen van een middagslaapje? En – heel belangrijk- wat kan je doen als je peuter écht niet wil slapen tussen de middag?
Vanaf 1,5 jaar doen de meeste kinderen nog één middagslaapje na de lunch die tussen de 1 en 3 uur duurt (afhankelijk van de duur van de nachtslaap). ’s Nachts slapen peuters meestal tussen de 11 en 12 uur. Gemiddeld slapen kinderen in de peuter leeftijd tussen de 12 en 14 uur in totaal en gaan zij tussen 19-20 uur naar bed. Uiteraard is dat ook weer afhankelijk van de tijd dat de wekker gaat in de ochtend. Als je om 05:00 uur al moet opstaan om op tijd op werk/school/opvang te zijn, wordt de bedtijd in de avond uiteraard vroeger óf het middagdutje langer. Het is geen exacte wetenschap, zoals je leest is er speling. De totale slaapduur is leidend.
Kleuters (vanaf 4 jaar) hebben gemiddeld nog 10 tot 12 uur slaap nodig. Vaak is dit in één lange slaap gedurende de nacht. Echter, tot een jaar of 5 kan een kleuter nog een middagdutje nodig hebben. De middagdutjes worden wel geleidelijk korter tot er een soort ‘powernap’ overblijft.
De leeftijd waarop je kind stopt met het middagslaapje verschilt. Meestal heeft een peuter van 2-3 jaar nog 1 middagslaapje per dag nodig van ongeveer 1,5 uur. Dit is nodig om alle prikkels van de ochtend te verwerken en energie op te doen voor de rest van de dag. Zo helpen middagslaapjes jonge kinderen om beter te leren, nieuwe informatie op te nemen en terug te halen uit het geheugen. Uit talloze wetenschappelijk onderzoeken is gebleken dat jonge kinderen beter presteren wanneer zij tussen de middag slapen. Significant beter. Op gestandaardiseerde tests halen zij tot wel 10% betere resultaten. Dat is niet niks.
Het kan zijn dat jouw peuter haar middagslaapje eigenlijk nog wel nodig heeft, maar niet wil slapen. Dat kan. Geen probleem. Je kunt immers ook uitrusten zonder te slapen… Creëer een situatie waarin de prikkels tot het minimale worden teruggebracht. Bijvoorbeeld door je peuter wel in bed te laten liggen met de gordijnen dicht, voor te lezen, zelf op de bank boekjes te laten bekijken of met een knuffel te laten ‘snoezelen’ of spelen. Je kan prima met een peuter afspreken dat ze niet hoeven te slapen, maar dat je wel verwacht dat ze even blijven liggen en rust nemen. Vaak doorbreek je daarmee ook de weerstand van het ‘niet willen slapen’. Tijdens deze rustmomenten kan een kind in elke geval de prikkels van de ochtend verwerken om te voorkomen dat het later op de dag overprikkeld raakt of in slaap valt en de kwaliteit en/of duur van de nachtslaap eronder lijdt. In de meeste gevallen vallen kinderen alsnog in slaap tijdens deze rustmomenten.
Kinderen die écht klaar zijn om hun middagslaapje op te geven, hebben overdag over het algemeen een goed en stabiel humeur, zijn het grootste gedeelte van de dag vrolijk en hebben genoeg energie om van ‘s ochtends tot ‘s avonds wakker en actief te zijn. Als je kind tijdens een kort autoritje in slaap valt, chagrijnig of hyperactief wordt aan het einde van de middag óf in heftige emotie schiet omdat bananen krom zijn – of iets vergelijkbaars- is dit een teken dat hij/zij te moe is en toch behoefte had aan rust.
De ene dag is de andere dag niet. Het kan dus goed zijn dat je ouder wordende peutertje de ene dag wel écht behoefte heeft aan slaap en dat een andere dag een rustmoment voldoende is. Bekijk het dag per dag en houd de signalen van vermoeidheid en overprikkeling goed in de gaten.
Te snel afscheid nemen van het middagslaapje omdat je peuterpubertje zelf niet meer wilt (Twee is “Nee!”) óf omdat het s ’avonds lastig is om in slaap te komen is echter geen goed idee.
Heb je vragen over slapen of slaapproblemen kun je contact met me opnemen via pedagoog@kleintjezuid.nl. Ik denk graag met je mee.